Verliefd
Een paar weken geleden begon ik aan een nieuw manuscript. Het begon met kriebelen, daarna met eindeloos dagdromen over hoe het kon zijn. Toen ik eenmaal begon met schrijven gingen alle remmen eraf en mocht ik er van mezelf in op gaan. Je voelt hem al aankomen: gisteravond vergeleek ik tegenover mijn zus deze tijd met mijn boek met een spannende nieuwe liefde.
Er gaan momenten voorbij dat ik aan niets anders kan denken. Er moeten plotlijnen worden uitgedacht, diepe gesprekken worden gevoerd en als ik dan iets – in mijn ogen heel goeds – heb bedacht, is het zonder twijfel voorbestemd. Hartkloppingen, toekomstdromen en die jubelstemming die voor mij gelijk staat aan verliefdheid zijn een feit.
‘Goh, fijn voor je, meid,’ zou je kunnen denken. Maar ik moet er bij vertellen dat ik niet voor niets vijf jaar over Verraderlijk Spel heb gedaan. Mijn schrijfplezier werd vertroebeld door de perikelen van het schrijversschap, zoals (hoop op) erkenning van lezers, boekverkopen, uitgeverspech…
Een paar jaar geleden vond ik – dankzij Verraderlijk Spel – heel langzaam het plezier in schrijven terug. Ik ging weer terug naar de basis: naar dat fantasierijke meisje op haar kamertje dat ontdekte dat ze werelden in haar hoofd had en daardoor al haar intense gevoel kwijt kon.
Toen ik mijn intrinsieke schrijfplezier hervond was de eerste fase – van die allesverslindende passie en spanning – van dat boek al een tijdje achter de rug. Ik was dus eigenlijk vergeten hoe leuk deze schrijverswittebroodsweken zijn. Nu met dit vierde boek in wording weet ik het zeker: mijn innerlijke schrijversmeisje is nooit weg geweest en ze heeft nog zoveel verliefdheden te ontdekken én te delen.
Foto: 13-jarige ik in 1994. Ik deelde de foto eerder op Nadine Barroso – Wereld in Woorden